Elektrische schakelingen

 

Electriciteit


 

Elektriciteit wordt geleverd door een elektriciteitsbron of spanningsbron
Voorbeelden van spanningsbronnen zijn:
- een batterij
- een dynamo
- een zonnecel
- een elektriciteitscentrale.

De spanning die door elektriciteitscentrale wordt geleverd, noem je hoogspanning. In een transformatiehuisje wordt hoogspanning omgezet in een spanning van 230 volt, de netspanning.

In een dynamo wordt bewegingsenergie omgezet in elektrische energie. In een zonnecel wordt lichtenergie omgezet in elektrische energie. In een batterij wordt chemische energie omgezet in elektrische energie

Elektrische schakeling


 

Een elektrische schakeling of een stroomkring bevat een spanningsbron, een elektrisch apparaat en verbindingsdraden. Het elektrische apparaat werkt als de stroomkring gesloten is. 

In een stroomkring gaat de stroom van de plus (+) van de spanningsbron door een stroomdraad naar het apparaat en dan door een andere stroomdraad naar de min (-) van de spanningbron. 

Je gebruikt symbolen om de onderdelen in een schakelschema aan te geven. Voorbeelden van symbolen zijn: 

Gelijkspanning en wisselspanning


 

Een spanningsbron heeft altijd een positief en een negatief geladen pool. Spanning met een vaste + en - noem je gelijkspanning. De meeste batterijen leveren gelijkspanning. Is een stroomkring een spanningsbron opgenomen die gelijkspanning levert, dan loopt de stroom in de stroomkring steeds dezelfde kant op (van + naar -). 
Je spreekt dan ook wel van gelijkstroom

Netspanning is een voorbeeld van wisselspanning. Je hebt geen vaste + en -. Als in een stroomkring een spanningsbron met wisselspanning is opgenomen verandert de stroom heel vaak van richting: wisselstroom

De huishoudelijke elektrische apparaten zijn zo gebouwd dat ze 
werken op wisselspanning. 
Voor wisselspanning wordt het symbool ~ gebruikt.

Gelijkspanning en wisselspanning


 

Veel batterijen hebben een spanning van 1,5 volt. 
Als deze spanning niet hoog genoeg is kun je twee of meer batterijen gebruiken. De minpool van de ene batterij leg je dan tegen de pluspool van de andere batterij.
Je kunt de spanningen van de batterijen dan bij elkaar optellen. 

Als je batterijen niet achter elkaar aansluit, maar naast elkaar legt, dan blijft de spanning gelijk. Het voordeel van deze manier van het combineren van de batterijen is dat ze samen langer meegaan.

Serieschakeling of parallelschakeling


 

Apparaten kun je in serie zetten of parallel aansluiten. 

In deze serieschakeling zijn de lampjes in dezelfde stroomkring opgenomen. 

In deze parallelschakeling heeft elk lampje zijn eigen stroomkring. 

Huishoudelijke apparaten zijn parallel geschakeld. De apparaten kun je onafhankelijk van elkaar bedienen. Zou je de apparaten in serie schakelen, dan gaat alles uit als je één van de apparaten uitzet.