Methode

Er wordt hard gewerkt om volgend jaar met een geheel vernieuwde site te beginnen!

Houd de site in de gaten voor meer nieuws.

 

Welkom op de website!

Er worden 2 vakken gegeven die in het begin erg op elkaar lijken. Dat komt doordat bij natuurkunde en bij scheikunde de wereld op dezelfde manier bestudeerd wordt, namelijk de wetenschappelijke manier. Door middel van waarnemingen en experimenten wordt de wereld onderzocht. Bij het waarnemen is het erg belangrijk om objectief vast te stellen wat je ziet. Bij experimenten is het belangrijk om goed op te letten dat er geen invloeden van buitenaf zijn die de uitslag van je experiment kunnen veranderen. 

  

Natuurkunde

Natuurkunde houd zich bezig met dingen die niet blijvend veranderen. Neem bijvoorbeeld een blokje ijs. Als het blokje smelt kun je het water opvangen en daarna weer bevriezen. Ook komen er onderwerpen aan bod als elektriciteit en licht. Ook bij deze onderwerpen zijn er geen dingen die blijvend veranderen. Je kunt een lamp zo vaak aanzetten en uitzetten als je zelf wilt.

 

Scheikunde

Bij de scheikunde bestuderen we dingen die wel blijvend veranderen. De moleculen van de stoffen veranderen. Als je een ei kookt wordt het hard. Je kunt het daarna niet meer zacht maken. Deze reactie is een chemische reactie en valt dus onder de scheikunde. Over het algemeen zijn de processen bij scheikunde heel klein en bij natuurkunde groot. Bij scheikunde kun je de reacties niet zien, je ziet alleen de gevolgen.

Beide vakken worden in hetzelfde lokaal en door dezelfde docent gegeven. Dit kan soms verwarrend zijn. Zeker in het begin komen algemene thema's als veiligheid, regels, grootheden en eenheden aan bod. Deze thema's vallen onder beide vakken. Pas later wordt duidelijker dat er verschillende thema's bij de twee vakken horen.